vrijdag 21 juni 2019

Vol goede moed weer verder!


Als we lekker uit gerust zijn bij het mini eilandje ill Piana waar maar 400 bewoners wonen, gaan we door naar Calasetta. Als het anker goed ligt gaan we de wal op om brood te halen en uiteraard het stadje eens te bekijken. Het eerste wat ons opvalt is dat het er overal vies is. De straten liggen vol papier, flessen, glas, vuilniszakjes. Elk perkje wat maar enigszins niet begroeid is, ligt rommel. We wandelen door het stadje, en gaan een glaasje wijn drinken, daar krijgen we een bord vol met tapas. Normaal is het een bakje chips of olijven, nee een bord vol. Bij het 2de glas weer, dus nog een 3de glas en we hebben gelijk gegeten voor €9.
De volgende dag liggen we in de haven van Cagliari, gratis nog wel. Je mag op sommige plekken in heel Italië 48 uur gratis liggen. Meestal aan een oude vervallen kade zonder faciliteiten, maar wel zo handig als er boodschappen gehaald moeten worden. We reizen al geruime tijd van Lidl naar Lidl en hier zit er ook 1. Hier hebben we geen Feiko dus moeten we een uur lopen. Als we afmeren moeten we onze papieren laten zien, en het afval probleem word gelijk duidelijk.
We mogen het hier nergens weggooien. We moeten het meenemen naar de stad, en daar maar iets zoeken. Na een halve stad doorgelopen te zijn, zijn we nog steeds ons afval niet kwijt. Alle kliko’s zijn op slot ook die van bewoners, in de straten staat het afval opgestapeld en na een uur lopen, zetten we het er maar bij. Overal waar we lopen zelfs op de boulevard alles is bedekt met vuil. Het afval systeem is hier nog een dingetje.


Het tweede wat opvalt is dat alles hier veel duurder is. Hebben we steeds bij de Lidl boodschappen gedaan voor dezelfde prijs als in Nederland (zelfs op de eilanden) hier is het 1/3 duurder. Dan nog niet gesproken over het vlees, dat is echt duur. Ook hier word de vis duur betaald. Als je dan ook nog een kannibaal aan boord hebt, word het creatief kokkerellen. Na de boodschappen te hebben gehaald bij de Lidl gaan we de 2de keer bij een Conad kijken. Die zit dichterbij de boot en het is er druk. Het is er zelfs iets goedkoper dan bij de Lidl. We gaan dus vreemd. We spitten het aanbiedingen boekje uit, en die korting krijg je alleen met een pas. Als we een dame vragen om haar pas, dan heeft ze hem al gegeven voor de gehele vraag eruit is. Ze heeft namelijk onze volle kar gezien en bij elke euro krijgt ze spaarpunten. Wij blij en zij nog meer.

Net als we bedenken dat we al 5 dagen geen storm meer hebben gehad, raast hij de volgende dag in alle hevigheid weer over ons heen. Gelukkig mogen we blijven liggen hier aan de kade, want we zijn de enige. Na 4 dagen gaan we naar de overkant, naar het meest bezochte strand hier in de regio.
Er is niets druks te bekennen, we liggen alleen en soms met 3 boten. Wel zien we mega bergen poseidonia. Een algenplant die vanaf Ibiza tot hier de bodem beheerst. Het dode spul beland op het strand, en hebben we overal enorme bergen gezien, hier is het erg extreem. Met shovels rijden ze al minstens 3 weken alles bij elkaar en word in diepladers afgevoerd. Er zit ook een naar geurtje aan. Daar waar het schoon is word de ene na de andere strandtent opgebouwd.
Elke ochtend staan de strandtent eigenaren hun stuk strand weer schoon te harken en ontstaan er weer nieuwe bulten stinkende poseidonia. Toch zijn ze er hier gek op, en zijn er al heel wat anker plekken verdwenen om het te beschermen. Ankeren in dat spul is echt niet mogelijk, geen grip. Dus als we ankeren moeten we eerst een lichte plek in het water zoeken en daar ons anker uitgooien. We bezoeken nog een haven met 48 uur gratis liggen. Een kade tussen scheepwrakken. Een gek gezicht, maar het heeft ook wat.
Met de dinghy kunnen we wat water laden in onze flessen en zitten we weer 2 weken goed. Ook hier is de stad bezaaid met afval als we naar een Super Pan lopen. Slaan weer genoeg in en we kunnen weer 3 weken vooruit.
We doen nog 1 baai aan en dan hebben we het kortste puntje bereikt om over te steken naar Sicilië. Volgens de berichten een kalme oversteek van 35 uur. We kunnen aardig wat zeilen, en soms moet de motor bij. Dan land in zicht. Gek is het dat je land inzicht hebt en nog 5 uur door moet varen om het te bereiken. 2 uur voor aankomst trekt de wind aan, aan de warmte te voelen komt er een Sirocco aan. Nog geen kwartier later is de 10 knopen verhoogt naar 43 knopen. Windkracht 9 de 50 cm golven jagen gestaagd naar 4 meter. Onze motor die 8 knopen haalt heeft het zwaar en komt niet verder dan 2,5 knoop als we keer op keer in de golven beuken. We zien onze voorpunt meer niet dan wel.  Zo duurt het wel even wat langer eer we kunnen schuilen bij een klein eilandje Isola Maritimo. Een van de Egadis eilanden. Het zijn er 4. Eerlijk ik had er nog nooit van gehoord, maar nu ben ik blij dat ze er liggen. Pas als we de baai invaren vallen de golven plat en hebben we alleen nog 43 knopen wind. Nu nog hopen dat het anker gelijk pakt. Het is al schemerig aan het worden dus lastiger een lichte plek te vinden. Bij het binnen varen worden we op geroepen door de Fitz Roy een boot die daar al voor anker ligt, en vraagt of alles goed met ons gaat. Hij vraagt of wij wisten van de storm omdat hij het nergens terug kan vinden. Nee, wij waren er net zo verrast over. Hij had alle gripfiles (Weerbericht) uitgedraaid. Hij schijnt ons bij met een schijnwerper waar een vissers boei ligt en waar we het anker uit kunnen gooien. 60 meter ketting en we liggen als een huis. Fijn zulke buren, hij geeft ook gelijk het weer voor morgen door, omdat we achter deze berg haast geen internet hebben. Als onze oksels opgedroogd zijn durven we een drankje te nemen. Dit keer prijs ik niet de boot de hemel in, maar onze motor. Het is dat hij loeiheet is anders had ik het oude karretje omhelst.


De volgende dag met het tegenover gestelde weer van gisteren gaan we naar het volgende eiland. Favignana. Een schattig stadje, wel erg toeristisch. Vele tenders leveren hier 100den mensen af. Maar als we de stad verder door lopen komen we al gauw in de rust. We komen hier een fenomeen tegen die we nog niet eerder hebben gezien. Overal in de straten komen we diepe vierkanten gaten van soms wel 50 meter diep en 100 meter in het vierkant uit gehakt.
Het zijn steenwinning plekken waar de huizen bovenop mee werden gebouwd. Nu worden de grote gaten gebruikt als tuin, bereikbaar middels uitgehakte trappen.


Het is een gek gezicht die gaten overal in de stad. We liggen voor anker bij een oude tonijn fabriek uit 1874. Het verhaal is imposant. De familie Florio, een van de rijksten van Italië kochten het eiland, en bouwde de fabriek. Bouwde de stad erop en kocht alle vissers bootjes. Hij was de bedenker van tonijn inblikken en ook van het sleuteltje waar je de blikken mee kan open draaien. Kennen we die nog? Nou hij heeft hem bedacht.
Zijn zoon erft het gehele gebeuren en als ze niet met de veranderingen mee gaan, stort het meest verdienende bedrijf helemaal in. Alles word verkocht en de zoon vertrekt plat zak nadat hij alle schulden heeft betaald tot de laatste cent. Zijn vader heeft een standbeeld in de stad.
Wie mij 30 jaar geleden zou zeggen dat we cultuur gingen snuiven, had ik uitgelachen. Vreselijk vond ik het tijdens vakantie al die oude panden bekijken. Liet mij maar gewoon op de camping.
Maar nu halen we het dubbel en dwars in. Oja en tussen het oude panden bekijken door hebben we in Nederland een appartement voor de verhuur gekocht. Traditie getrouw ook deze ongezien net als onze boot.


Het word echt tijd voor Sicilië. Dat staat al zo lang op mijn lijstje, waarom weet ik niet maar dat gaan we ontdekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten