dinsdag 25 augustus 2015

Ongenode gast


Op 23 Mei 2013 koop ik het eerste zeilboek: “400 maandagen” bij de watersportwinkel de Kok in Schiedam. We willen meer lezen en te weten komen wat het inhoud om zo lang op het water te zijn in landen die wij nog niet kennen. Landen waar we wellicht al eens zijn geweest maar nooit hebben bezeild. Het boekje wordt mooi ingepakt met veertjes en al. Lang ligt het pakje voor m’n neus; ik heb me voorgenomen om het cadeau te doen aan Martijn als hij terug komt van zijn werk. Hij is hoist operator op een Search and Rescue Helicopter, wat inhoud dat hij vaak in erbarmelijke omstandigheden boven zee vliegt om mensen in nood te redden. Als het stormt kunnen bijvoorbeeld ook de loodsboten niet meer naar schepen varen om loodsen af te zetten. Dan vliegen ze de loodsen naar de schepenen zetten ze de loodsen met behulp van een lier en een kabel, af op dek.



Moet je voorstellen dat zo’n schip beukt in de golven met spray water over het dek heen walsend, hevig schommelt op het water, dan moet Martijn zo’n loods bungelend aan een lijn op vaak maar 1m2, net op het juiste moment neer zetten. Ook vliegen ze als er iets mis is, blinde darm, drenkelingen, gebroken benen, hart aanval. Dus een drukke verantwoordelijke baan. Hij vliegt op het moment SAR (Search and rescue) helikopter in Frans Guyana, helemaal aan de andere kant van de wereld. Dit doet hij maand op maand af.

Dat was even wennen. Zo is het huis vol met man en 3 kinderen met al het geregel, lekke banden, huiswerk, vriendjes, eten, opvoeden, enz. , en ben je er net aangewend en begint er een ritme in te komen en na een maand is het huis leeg op mij na. Want de kinderen gaan dan weer een maand naar zijn ex als hij weer gaat werken. Dan is ons huis wel heel erg groot. uiteraard gaat ook altijd alles stuk als ik alleen ben. Dak wat lek gaat ; van boven tot beneden het water zo door het plafond heen, potdeksels die los raken; ik in de wind aan de slag met schroeven, zelfs een boiler die werkelijk weggesmolten is onder het aanrecht; hele keuken onder gelopen met uitzettende kastjes. Ook kraakt en piept het huis als het zo leeg is. Soms lijkt het of er iemand in huis loopt, deur piept als of hij open gaat en dan voetstappen op het parket, Ik heb werkelijk vaak met trillende benen met een mes in mijn hand alle lichten in huis aangedaan en met bonkend hart, nat van het (angst ) zweet het huis gecheckt. Ik heb zelfs geregeld mijn slaapkamer de deur gebarricadeerd met de strijkplank. Als ik dat uiteindelijk het durf te vertellen word ik voor gek verklaart, en zelfs uitgelachen; Ach wat een onzin ‘Zit tussen je hoofd; tot Martijn eens alleen in huis is. Schoorvoetend geeft hij toe dat het inderdaad lijkt of er steeds iemand in huis loopt. Het ging zover dat hij zei; he schat ben je nu al terug. Er word niet geantwoord en gaat kijken, en wat hij dan ziet….niemand. Gelukkig ik ben niet paranoïde. Ik ben vaak wel angstig geweest zo in het grote huis, in het pikkendonker, we hebben weilanden achter ons huis en geloof me, s ’avonds is het echt zwart van licht loosheid.  Zo geven we de onzichtbare kamerwandelaar de naam Peter, naar onze overleden buurman. Hij was erg begaan met ons en het huis, hij was de eerste die ons in ons huis kwam feliciteren met een fles champagne. Helaas veel te vroeg overleden maar bij ons, in onze gedachte leeft hij voort in ons huis. Dus roepen we steeds bij loop en wandel geluiden of als de douche ineens begint te druppen, Hey Peter kom je weer gezellig langs? Als de kinderen komen en we horen wat rare geluiden, dan zeggen wij in koor: ohhhh dat is Peter die komt even langs. Die kijken ons een beetje raar aan of we niet goed wijs zijn maar ze maken zich ook nergens meer druk om. Inmiddels zijn alle geluiden weer verdwenen en horen we het niet meer. Ik geloof er niet zo in maar misschien komt het dat het huis waar Peter woonde is gerestaureerd en weer bewoonbaar is. Het geeft wat rust om iets onstuimigs een naam te geven.