dinsdag 22 januari 2019

Het zwarte gat.


Het zwarte gat.

Na bijna 3 weken verlaten we Malaga. We hebben heerlijk rustig geankerd in de baai, en nu er eindelijk wind op komst is willen we toch wel erg graag weer verder. De laatste dagen heeft Sailing Sjaan naast ons gelegen. We hadden elkaar in Cascais voor het laatst gezien. We hebben gezellige borrels, gaan naar 3 koningen,
wisselen wat leesvoer uit, en ze wijzen ons op een Chinese toko, waar we gretig gebruik van maken om onze sausen aan te vullen. De wekker gaat om 05:00, maar geen wind. We draaien ons nog een keer om, 05:30 weer de wekker nog steeds niet die beloofde wind. 06:00 uur, daar is de wind, we kruipen uit bed, zetten koffie en we staan te popelen om weer eens lekker te zeilen. We beginnen rustig met 3 knopen snelheid en in de middag tikken we de 7 knopen aan. Lekker!! Na bijna 12 uur zeilen vinden we een idyllisch baaitje waar we het anker uit gooien.
Sjaan is een paar uur later dan wij vertrokken en vaart nog stug door naar Mortrill. Terwijl wij  een redelijk rustige nacht hebben, rollen zij compleet uit hun bed. De volgende ochtend gaan we al vroeg weer op pad, en als wij net bij Mortrill zeilen zien we de Sjaan net naar buiten komen op de Vessel Finder. De zee veranderd in een klotsbak, we gaan vreselijk tekeer. De wind en de deining komen recht van voren, de punt schept zoveel water dat als we de volgende golf alweer over ons heen hebben de gangboorden nog niet eens leeg gelopen zijn. Ik heb al een paar dagen last van mijn heupen en elke klap is ondragelijk. De pijn veranderd in misselijkheid, en een snelle rekensom, van 8 uur in de golven beuken met ongeveer 8 liter brandstof per uur, is duurder dan de haven van Mortrill binnen te varen. Het laatste doen we dan ook. Ook omdat er een val vast zit van het zeil wat we zo hard nodig hebben om nog redelijk aan de wind te kunnen zeilen.. Het is geen geweldige haven, maar we mogen aan de wachtsteiger liggen, geen moeilijke maneuvers van achter uit varen met lijnen onder water. We toppen alles weer op aan stroom, vullen alles wat vol kan met water, want dat hadden we nog niet gevonden de laatste weken. We hebben erg zuinig gedaan de laatste weken, en nu is het fijn om weer afgeladen te zijn. We douchen, ook al is het niet de meest geweldige douche, maar de haren zijn weer gewassen. De lig plek zou €47,50 per nacht moeten kosten, als we zeggen dat het laagseizoen is word het ineens €32,25 per nacht. Voor 2 nachten want zolang gaat de bijna ondragelijke deining door, is dat net zoveel als dat we waren door gemotord. Met als uitzondering dat we nu weer helemaal op getopt zijn. Heb zelfs nog aardig wat kleding kunnen vermaken op de naaimachine, want niet alleen word mijn huid te groot voor mijn lichaam, kleding stukken beginnen ook van mijn kont af te zakken. Sjaan is wel door gezeild (de helden) naar Almerimar, maar we hebben begrepen dat het geen lekker tochtje was en dat er voor het eerst in 8 maanden over de reling heen is gehangen. De zee is weer kalm, de wind gunstig  en we gooien los van de kade, we zeilen in de meest kalme zee weer verder, dat we ook de nacht door zeilen. Sjaan vaart op 15 mijl achter ons, en als we Cartagena willen binnen varen waar naar zeggen op Navily app (een app met anker plekken) goed te kunnen ankeren, we na veel geklotst heen en weer worden gedeind, we weer snel naar buiten varen. Hier komt de deining van alle kanten het lijkt wel een wasmachine. Helaas nog geen rust, en we motor zeilen door naar Mar Menor. Sjaan vind een plekje 15 mijl terug een baai. Het is al donker, en we varen in een zwart gat richting de anker plek. Volgens ons boek zijn ze sinds 2009 bezig er een haven te maken, volgens Navily kan je er prima ankeren. Nu hopen dat ze de afgelopen 6 maanden niet ineens die haven hebben afgemaakt. In een zwart gat varen (zo noem ik het nacht zeilen)vind ik toch nog steeds een dingetje, de maan gaat al vroeg in de nacht onder, en dan is echt alles zwart, het verschil van en lucht is er niet meer, af en toe zie je een lichtje, maar ook mijn fantasie ziet van alles op het water, en vaak iets wat er helemaal niet is. Bergen, schimmen, geluiden, boten, wanden. Tot het uiterste ben ik geconcentreerd in mijn nacht dienst om maar niets aan te varen, tegen aan te varen, over te varen. Onze navionics kaarten zijn up to date, maar wie zegt dat ze niet iets zijn vergeten erop te zetten. In het donker vinden we door onze kaarten de plek. Er staan stipjes op waar de te bouwen steigers zouden moeten komen. In het donker sta ik op de punt om iets te onder scheiden en ja hoor ik zie wel dingen. Precies in het midden gooien we het anker uit en gaan zeer vermoeid slapen. Met zeilen in de nacht doe ik in mijn niet op post zijnde tijd proberen te slapen, gek genoeg hoe moe ik ook ben lukt dat niet. Mijn brein houd me wakker, met de meest gekke verhalen die het maar kan bedenken en komt er van slapen helemaal niets. De volgende ochtend als we wakker worden liggen we naar ons mening op de meest gekke anker plek ooit. Om ons heen staan damwanden van 2 meter hoog in een rondje. Dat hier geen haven gaat komen is ons ook duidelijk. De helft van de wanden zijn al vergaan en afgebroken, de andere helft van de haven is wel al een betonnen kade gemaakt, maar die staat er ook niet zo florissant meer bij. Wel maakt dit dat het de meest fantastische anker plek is.
Geheel afgesloten van de zee buiten, in een compleet omringt gebied ankeren, afgesloten van deining en wind. Over een paar jaar zullen alle damwanden wel weggevaagd zijn en maakt het een enge anker plek, met resten die onder water nog uitsteken. Als we er later met de dinghy doorheen varen, vinden we dit toch erg zonde. Er zit een mooi natuur gebied achter, en nu kijkt iedereen op een vervallen terrein naar verroeste half vergane dam wanden. We kunnen de dinghy vast knopen aan een van deze damwanden en staan bijna recht tegen over een supermarkt, waar we de nodige spullen kopen. Al kijkend op de apps voor wind, besluiten we niet de gehele kust lijn af te zeilen, waar amper anker plekken zijn, maar om 15:00 uur komt 3 dagen lang de wind in onze rug richting Ibiza. Waarom dan niet nu oversteken? Een tocht van 36 uur. Weer een nacht in het zwarte gat door zeilen. We vertrekken, en het zeilen is werkelijk heerlijk, goede wind de zeilen staan goed, niet te veel deining, mooie maan en enorm veel sterren  zelfs de dolfijnen komen nog even langs. Eentje uit een boekje, waar iedereen van kwijlt. De nacht valt in, de maan verdwijnt en met het verdwijnen van de maan verschijnen er bootjes. Onze ais kan het haast niet bijwerken met de minuut verschijnen er meer. Alsof iedereen met spoed de havens is uitgezet. Het is niet meer bij te houden wie waar heen gaat en hoe hard ze varen, we proberen ze zoveel mogelijk te ontwijken want het zijn haast allemaal vissers, er zitten ook tankers bij die met 20 knopen op ons af komen. Starend in het zwarte gat, van snel en langzaam bewegende lichtjes, voor achter, naast ons, vind ik het toch wel spannend. De wind is weggevallen en de motor staat bij. Als ik de laatste vissers voorbij ben, gooi ik het roer om en kruis ik de vrachtverkeer lijn. De wind komt weer bij en de motor gaat uit en we zeilen weer. Aan de wind nu, wat niet was voorspeld maar dat weten we nu wel, die kunnen we niet altijd vertrouwen. Martijn slaapt daardoor slecht, en ligt overdwars in bed. De deining word hoger en gaat naar mijn zin iets te hoog, de wind trekt aan en ook dat is naar mijn gevoel te hoog voor onze mega Genua. Martijn neemt het over en ik probeer iets te slapen op de lounge bank. Daar lig ik iets comfortabeler dan in bed. Ik val zelfs een uurtje in slaap, totdat alles in grote schokken trilt in de boot. De kasten kraken, de golven beuken in en mijn bed trilt. Martijn zit buiten en is nog een soort van blij we gaan 8 knopen. Ik daar in tegen ben niet blij, dit zeil wat we voeren is echt te groot, de deining is meer dan 2 meter en af en toe hoger, ook komt hij nog eens dwars in, zodat we de gang boorden af en toe kwijt zijn in het water. Mijn lijf begint te trillen, dit voelt niet goed, Ik geef dit meteen aan en ook Martijn is het toch wel met me eens. Tegen de wind in rollen we met moeite de grote Genua in, en omdat de katrol het weer begeeft van de fok, moet de kleine Kluivert uit. Het blijft een hel van een reis, de deining word als maar groter, en nu het donkere gat weer op komst is, gaat toch de motor weer aan. We zien golven op ons af komen, nog steeds van de zijkant, die zijn echt niet meer leuk. We bonken en moeten ons vast houden aan van alles. Als Martijn af en toe zegt oooohhh jee dan is het niet goed. Er komen nu golven aan, die zo hoog zijn, we kiepen om op zij en de volgende golf die aan komt vermoeden we dat we om gegooid worden. Toch tilt de golf de boot op en als ik dan naar beneden kijk zie ik zeker 5 meter lager pas weer water om met de volgende golf weer omhoog getrokken te worden. Dit moeten we nog 4 uur uitzingen. Van eten komt niets, we kunnen niet eens in de kuip blijven zitten, laat staan dat ik nu naar beneden ga om mijn voorgekookte eten op te warmen. Het worden dropjes, chocolade, en zweet druppels. Eindelijk komen we in een baai terecht. We willen eigenlijk naar de baai in San Antonio, maar door de deining gaan we die niet halen en strijken neer in een rustige baai onderaan de voet van Ibiza. In het half donker gooien we het anker uit, tussen boeien die we in het echt niet zien, maar op onze kaart er toch echt moeten liggen. Geen wind, geen deining, geen golven. Hoe soepel de reis begon, zo soepel eindigt hij ook. We liggen op Ibiza,
de fles bubbels gaat open, het eten opgewarmd want dat kunnen we wel gebruiken. We hebben er wat voor over moeten hebben. Mijlpaal 2. We zijn er. Ibiza here we are.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten