woensdag 17 augustus 2016

zeilen als een stel amateurs.



De volgende ochtend als we mosselbank verlaten, worden we geholpen met onze lijnen door de boot ‘Brood nodig’. We gaan ze nog tegen komen deze tijd op de Grevelingen. De avond ervoor kon de meneer al wat over onze boot vertellen wat wij nog niet wisten. Gek hoor, dat anderen meer weten dan wij, maar dat komt ook komende weken nog vaak tevoorschijn. Blijkbaar hebben we een boot waar verschillende mensen iets van weten. We varen braaf naar de overkant om een Grevelingen vlag te halen bij de havenmeester. €48,50 voor het gehele seizoen op de Grevelingen, daarmee mag je op de eilanden en verschillende walplaatsen liggen. We hangen de vlag in de mast en de kaart achter het raam. We zijn Grevelingen proef.
Normaal gesproken zou je in de haven je boot vaarklaar maken, zoals de huiken van de zeilen. (beschermhoes voor de zeilen) de lijnen klaar leggen, rommeltjes opruimen, vaarkaarten klaar leggen enz. Varen doe je niet zomaar en daar komt veel bij kijken, als we zeggen `we maken ons zeil klaar`. Zo moet alles zee vast staan, ook al vaar je op een meer. Je laat niets aan het onverwachte over. Het houd in dat iets wat maar kan bewegen, verschuiven, om kan vallen, (ook al denk je dat het niet van zijn plaats kan komen) toch vast staat/ligt. Kasten allemaal afgesloten, ramen en luiken goed vergrendeld dicht. Apparatuur aan die nodig is op het water. Dan buiten alle huiken eraf, lijnen klaar leggen, lieren gebruiksklaar, motor starten om op te warmen, dek leeg en opgeruimd. Dan pas kan er uit gevaren worden. Dan kan het zeilen nog niet beginnen… Als we los zijn van de wal moeten de stootwillen worden opgeruimd (rubberen bescherm ballen tussen wal en schip), de lijnen waar we mee vast liggen aan de wal opgerold en opgeruimd, klaar voor gebruik als we weer een steiger tegen komen. Dan kan het zeilen gaan beginnen, eerst tegen de wind in om het groot zeil en bezaan te hijsen, dan de kant op sturen waar we heen willen en de rolfok los maken zodat die kan uit rollen, sjorren aan de lieren en dan zijn we aan het zeilen. Dit is in het gunstige geval.
Martijn wil niet langer de passantensteiger bezet houden dus varen we gelijk weer naar buiten. Probeer het nog tegen te houden en uit te leggen dat het met deze boot niet 1,2,3 is gebeurd om zeilklaar te maken, maar nee we gaan naar buiten varen. Binnen is alles al in orde, dat had ik op het eiland mosselbank al gedaan. Ik voel de bui al hangen, nou ja figuurlijk want letterlijk regent het al.

Terwijl ik naar buiten vaar doet Martijn de stootwillen, de lijnen en de huiken binnen halen, die door de wind alle kanten opwaaien. Ik vaar op z’n zachts tegen de wind in maar de ruimte die er nog over is word een beetje krap voordat ik op de kant kom. Ik por hem nog een beetje aan dat hij moet opschieten en denk luister toch eens voor een keertje. Als het groot zeil half gehesen is,moet ik toch echt keren want het water houd op en de kant is erg dichtbij. Met de wind mee vaar ik weer van de kant vandaan, Martijn houd het zeil vast dat half omhoog is gehesen. Half varend en half zeilend omdat de wind in de zeilen zit vaar ik weg van de kant om weer tegen de wind in te varen als er weer genoeg ruimte is. Hehe het zeil staat nu de Bezaan nog, dit halen we voordat we weer te dicht bij de kant komen en ik kan omdraaien en de wind komt van de zijkant. Zo nu de rolfok nog los en we kunnen eindelijk zeilen. Als Martijn terug in de kuip is hoef ik hem alleen maar aan te kijken en hij zegt gelijk Jaja, ik dacht dat het sneller zou gaan en gemakkelijker. Zeg hem dat dit niet onze loper is die we hiervoor hadden want daar zijn de huiken en zeilen zakdoekjes vergeleken met deze boot. Maar goed we zeilen inmiddels en er is weer een les geleerd. Tevens met de afspraak dat we niet eerder vertrekken ergens vandaan voordat we zeilklaar zijn, (die staat dan nu ook gelijk bij deze op papier).  De wind is inmiddels ver te zoeken en dobberen maar een beetje. We hebben geen haast en met al de gedane moeite gaan we niet motoren. Ik zit nog even achter het roer en geniet wel van dat machtige gevoel om zo iets immens te besturen ook al gaan we nog geen 2 knopen vooruit.
 Op de overvolle markt slenteren gaat nog sneller vooruit, maar daar irriteer ik me dan aan, maar hier zo dobberend zeilend geniet ik van het trage. Martijn volgt binnen de gps, en geeft het op als we de afgelopen 15 minuten nog niet de 2 knopen hebben gehaald, hij schenkt dan maar koffie in, Als hij naar buiten wil gaan om de koffie aan te geven gaan we nog 1,2 knoop, 0,9 knoop, 0,5 knoop, Dit roept hij dan ook hardop. Huh maar de wind is niet nog zachter gaan waaien. Ik kijk op de kaart, ja zit toch in de vaar route? Ja de ton zit voor me, maar als ik over de reling kijk zie ik toch echt de bodem. Met een piep stemmetje kan ik er nog net uit krijgen `geloof dat we vast zitten`. Ik kan dat “geloof ik” wel weg houden want we zitten gewoon vast aan de grond. Ik zit net buiten de boei en ja met deze boot steken we diep en dus snel vast. We starten de motor, en draaien langzaam van richting. Het zeil pakt zij wind waardoor we een heel klein beetje schuin gaan zodat de kiel van de bodem komt en zo komen we weer in dieper water en kan de reis weer verder. Nu kijkt Martijn mij alleen maar aan en ik zeg, `dacht toch echt dat ik binnen de betonning zat`. Wat een stelletje rond dobberende amateurs zijn we toch. We dobberen weer verder en juichen als we harder gaan dan 2 knopen, drinken onze koffie en genieten. Nog geen kwartier later zien we een zeiler ook vast komen te zitten, ook hij weet los te komen en als hij langs ons vaart roept hij dacht toch echt dat ik binnen de betonning zat. Pfff, gelukkig ben niet de enige. Na een dag goede lessen en dobberen,
komen we om 18:00 aan op Veermans plaat, daar leggen we aan en gaan aan het eten beginnen. Deze dag was top. We hebben veel geleerd en gezeild.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten