Het zwarte gat.
Na bijna 3 weken verlaten we Malaga. We hebben heerlijk
rustig geankerd in de baai, en nu er eindelijk wind op komst is willen we toch
wel erg graag weer verder. De laatste dagen heeft Sailing Sjaan naast ons
gelegen. We hadden elkaar in Cascais voor het laatst gezien. We hebben
gezellige borrels, gaan naar 3 koningen,
wisselen wat leesvoer uit, en ze
wijzen ons op een Chinese toko, waar we gretig gebruik van maken om onze sausen
aan te vullen. De wekker gaat om 05:00, maar geen wind. We draaien ons nog een
keer om, 05:30 weer de wekker nog steeds niet die beloofde wind. 06:00 uur, daar
is de wind, we kruipen uit bed, zetten koffie en we staan te popelen om weer
eens lekker te zeilen. We beginnen rustig met 3 knopen snelheid en in de middag
tikken we de 7 knopen aan. Lekker!! Na bijna 12 uur zeilen vinden we een
idyllisch baaitje waar we het anker uit gooien.
Sjaan is een paar uur later dan
wij vertrokken en vaart nog stug door naar Mortrill. Terwijl wij een redelijk rustige nacht hebben, rollen zij
compleet uit hun bed. De volgende ochtend gaan we al vroeg weer op pad, en als
wij net bij Mortrill zeilen zien we de Sjaan net naar buiten komen op de Vessel
Finder. De zee veranderd in een klotsbak, we gaan vreselijk tekeer. De wind en
de deining komen recht van voren, de punt schept zoveel water dat als we de
volgende golf alweer over ons heen hebben de gangboorden nog niet eens leeg
gelopen zijn. Ik heb al een paar dagen last van mijn heupen en elke klap is
ondragelijk. De pijn veranderd in misselijkheid, en een snelle rekensom, van 8
uur in de golven beuken met ongeveer 8 liter brandstof per uur, is duurder dan
de haven van Mortrill binnen te varen. Het laatste doen we dan ook. Ook omdat
er een val vast zit van het zeil wat we zo hard nodig hebben om nog redelijk
aan de wind te kunnen zeilen.. Het is geen geweldige haven, maar we mogen aan
de wachtsteiger liggen, geen moeilijke maneuvers van achter uit varen met
lijnen onder water. We toppen alles weer op aan stroom, vullen alles wat vol
kan met water, want dat hadden we nog niet gevonden de laatste weken. We hebben
erg zuinig gedaan de laatste weken, en nu is het fijn om weer afgeladen te
zijn. We douchen, ook al is het niet de meest geweldige douche, maar de haren
zijn weer gewassen. De lig plek zou €47,50 per nacht moeten kosten, als we
zeggen dat het laagseizoen is word het ineens €32,25 per nacht. Voor 2 nachten
want zolang gaat de bijna ondragelijke deining door, is dat net zoveel als dat
we waren door gemotord. Met als uitzondering dat we nu weer helemaal op getopt
zijn. Heb zelfs nog aardig wat kleding kunnen vermaken op de naaimachine, want
niet alleen word mijn huid te groot voor mijn lichaam, kleding stukken beginnen
ook van mijn kont af te zakken. Sjaan is wel door gezeild (de helden) naar
Almerimar, maar we hebben begrepen dat het geen lekker tochtje was en dat er
voor het eerst in 8 maanden over de reling heen is gehangen. De zee is weer
kalm, de wind gunstig en we gooien los van
de kade, we zeilen in de meest kalme zee weer verder, dat we ook de nacht door
zeilen. Sjaan vaart op 15 mijl achter ons, en als we Cartagena willen binnen
varen waar naar zeggen op Navily app (een app met anker plekken) goed te kunnen
ankeren, we na veel geklotst heen en weer worden gedeind, we weer snel naar buiten
varen. Hier komt de deining van alle kanten het lijkt wel een wasmachine.
Helaas nog geen rust, en we motor zeilen door naar Mar Menor. Sjaan vind een
plekje 15 mijl terug een baai. Het is al donker, en we varen in een zwart gat
richting de anker plek. Volgens ons boek zijn ze sinds 2009 bezig er een haven te
maken, volgens Navily kan je er prima ankeren. Nu hopen dat ze de afgelopen 6
maanden niet ineens die haven hebben afgemaakt. In een zwart gat varen (zo noem
ik het nacht zeilen)vind ik toch nog steeds een dingetje, de maan gaat al vroeg
in de nacht onder, en dan is echt alles zwart, het verschil van en lucht is er
niet meer, af en toe zie je een lichtje, maar ook mijn fantasie ziet van alles
op het water, en vaak iets wat er helemaal niet is. Bergen, schimmen, geluiden,
boten, wanden. Tot het uiterste ben ik geconcentreerd in mijn nacht dienst om
maar niets aan te varen, tegen aan te varen, over te varen. Onze navionics kaarten
zijn up to date, maar wie zegt dat ze niet iets zijn vergeten erop te zetten. In
het donker vinden we door onze kaarten de plek. Er staan stipjes op waar de te
bouwen steigers zouden moeten komen. In het donker sta ik op de punt om iets te
onder scheiden en ja hoor ik zie wel dingen. Precies in het midden gooien we
het anker uit en gaan zeer vermoeid slapen. Met zeilen in de nacht doe ik in
mijn niet op post zijnde tijd proberen te slapen, gek genoeg hoe moe ik ook ben
lukt dat niet. Mijn brein houd me wakker, met de meest gekke verhalen die het
maar kan bedenken en komt er van slapen helemaal niets. De volgende ochtend als
we wakker worden liggen we naar ons mening op de meest gekke anker plek ooit.
Om ons heen staan damwanden van 2 meter hoog in een rondje. Dat hier geen haven
gaat komen is ons ook duidelijk. De helft van de wanden zijn al vergaan en
afgebroken, de andere helft van de haven is wel al een betonnen kade gemaakt,
maar die staat er ook niet zo florissant meer bij. Wel maakt dit dat het de meest
fantastische anker plek is.
Geheel afgesloten van de zee buiten, in een
compleet omringt gebied ankeren, afgesloten van deining en wind. Over een paar
jaar zullen alle damwanden wel weggevaagd zijn en maakt het een enge anker
plek, met resten die onder water nog uitsteken. Als we er later met de dinghy
doorheen varen, vinden we dit toch erg zonde. Er zit een mooi natuur gebied
achter, en nu kijkt iedereen op een vervallen terrein naar verroeste half
vergane dam wanden. We kunnen de dinghy vast knopen aan een van deze damwanden
en staan bijna recht tegen over een supermarkt, waar we de nodige spullen
kopen. Al kijkend op de apps voor wind, besluiten we niet de gehele kust lijn
af te zeilen, waar amper anker plekken zijn, maar om 15:00 uur komt 3 dagen
lang de wind in onze rug richting Ibiza. Waarom dan niet nu oversteken? Een
tocht van 36 uur. Weer een nacht in het zwarte gat door zeilen. We vertrekken,
en het zeilen is werkelijk heerlijk, goede wind de zeilen staan goed, niet te
veel deining, mooie maan en enorm veel sterren zelfs de dolfijnen komen nog even langs. Eentje uit een boekje, waar
iedereen van kwijlt. De nacht valt in, de maan verdwijnt en met het verdwijnen
van de maan verschijnen er bootjes. Onze ais kan het haast niet bijwerken met
de minuut verschijnen er meer. Alsof iedereen met spoed de havens is uitgezet.
Het is niet meer bij te houden wie waar heen gaat en hoe hard ze varen, we
proberen ze zoveel mogelijk te ontwijken want het zijn haast allemaal vissers, er
zitten ook tankers bij die met 20 knopen op ons af komen. Starend in het zwarte
gat, van snel en langzaam bewegende lichtjes, voor achter, naast ons, vind ik
het toch wel spannend. De wind is weggevallen en de motor staat bij. Als ik de
laatste vissers voorbij ben, gooi ik het roer om en kruis ik de vrachtverkeer
lijn. De wind komt weer bij en de motor gaat uit en we zeilen weer. Aan de wind
nu, wat niet was voorspeld maar dat weten we nu wel, die kunnen we niet altijd
vertrouwen. Martijn slaapt daardoor slecht, en ligt overdwars in bed. De
deining word hoger en gaat naar mijn zin iets te hoog, de wind trekt aan en ook
dat is naar mijn gevoel te hoog voor onze mega Genua. Martijn neemt het over en
ik probeer iets te slapen op de lounge bank. Daar lig ik iets comfortabeler dan
in bed. Ik val zelfs een uurtje in slaap, totdat alles in grote schokken trilt
in de boot. De kasten kraken, de golven beuken in en mijn bed trilt. Martijn
zit buiten en is nog een soort van blij we gaan 8 knopen. Ik daar in tegen ben
niet blij, dit zeil wat we voeren is echt te groot, de deining is meer dan 2
meter en af en toe hoger, ook komt hij nog eens dwars in, zodat we de gang
boorden af en toe kwijt zijn in het water. Mijn lijf begint te trillen, dit
voelt niet goed, Ik geef dit meteen aan en ook Martijn is het toch wel met me
eens. Tegen de wind in rollen we met moeite de grote Genua in, en omdat de
katrol het weer begeeft van de fok, moet de kleine Kluivert uit. Het blijft een
hel van een reis, de deining word als maar groter, en nu het donkere gat weer
op komst is, gaat toch de motor weer aan. We zien golven op ons af komen, nog
steeds van de zijkant, die zijn echt niet meer leuk. We bonken en moeten ons
vast houden aan van alles. Als Martijn af en toe zegt oooohhh jee dan is het
niet goed. Er komen nu golven aan, die zo hoog zijn, we kiepen om op zij en de
volgende golf die aan komt vermoeden we dat we om gegooid worden. Toch tilt de
golf de boot op en als ik dan naar beneden kijk zie ik zeker 5 meter lager pas
weer water om met de volgende golf weer omhoog getrokken te worden. Dit moeten
we nog 4 uur uitzingen. Van eten komt niets, we kunnen niet eens in de kuip blijven
zitten, laat staan dat ik nu naar beneden ga om mijn voorgekookte eten op te
warmen. Het worden dropjes, chocolade, en zweet druppels. Eindelijk komen we in
een baai terecht. We willen eigenlijk naar de baai in San Antonio, maar door de
deining gaan we die niet halen en strijken neer in een rustige baai onderaan de
voet van Ibiza. In het half donker gooien we het anker uit, tussen boeien die
we in het echt niet zien, maar op onze kaart er toch echt moeten liggen. Geen
wind, geen deining, geen golven. Hoe soepel de reis begon, zo soepel eindigt
hij ook. We liggen op Ibiza,
de fles bubbels gaat open, het eten opgewarmd want
dat kunnen we wel gebruiken. We hebben er wat voor over moeten hebben. Mijlpaal
2. We zijn er. Ibiza here we are.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten