Daar zitten we dan, het is 06:00
het begint buiten alweer een beetje licht te worden. We hebben een glaasje wijn
genomen en zitten SAMEN op de lounge bank. Om ons heen is het een ravage, er
zijn kasten uit hun slot open gesprongen en de inhoud is eruit geworpen.
Boeken, etenswaar, garagespullen, kleding, het ligt verspreid door de boot.
Handdoeken op de vloer, want er ligt water binnen….Zeewater. Buiten is de
ravage erger, dinkey vliegt als een vlieger achter de boot, het 10 kilo anker
dat erin lag zal ergens op de zee bodem liggen, een propeller van de
windgenerator is afgebroken, harpjes afgebroken, lijnen totaal afgerafeld,
schootlijnen afgerukt van de kluiver. Bakstag los geschoten en een zaling stuk
gerafeld. Het kan ons op dit moment totaal niet boeien, we zitten SAMEN op de
bank. In flitsen komt de afgelopen nacht voorbij. Het is of ik kijk naar een
film, maar onze lijven, en gemoedstoestand verraden dat wij toch echt zelf de
hoofdrol spelers zijn van deze film. Martijn met een dik blauw been van heup
tot knie, ik met een pleister op mijn neus, schram op mijn voor hoofd en 2
hechtingen boven mijn wenkbrauw. Mijn lijf trilt en kan niet stoppen met
bibberen, de tranen lopen inmiddels langs mijn wangen ze druppelen zo langs
mijn nek. Ik laat ze lopen, ik ben niet verdrietig het is de ontlading van de
afgelopen nacht. Door de tranen heen kijk naar Martijn, wat ben ik blij dat we
hier samen zitten. Samen! Het had zo anders kunnen lopen, maar dat we een goed
team zijn samen is weer gebleken. We nemen de nacht door en zoeken naar dingen
die we anders hadden moeten doen.
Gisteren om 16:00 vertrekken we
uit de haven van Brest, we hebben windguru, windfinder en windyty en samen op
het haven kantoor met de havenmeester een Franse site bekeken. Het ziet er goed
uit, 12-18 knopen. 3-5 in windkracht. Perfect om de oversteek van 3 dagen te
maken naar Spanje.
We hebben de zeilen zo af gestemd
op windkracht 6-7. Dat doen we altijd zeker als we de nacht ingaan, beter zeil
bijzetten dan weghalen. We zeilen zo de havenmonding uit, hebben een lekker
gangetje, het is fijn om weer te zeilen. De eerste 4 uur hebben we samen wacht,
want we moeten een paar keer overstag, dat gaat samen beter dan alleen. Er
staat een redelijke deining, maar we dansen er lekker doorheen. Martijn zit
volop te genieten, en als we een wat langere koers kunnen aanhouden ga ik 2
uurtjes liggen, om straks de eerste nacht shift te nemen. Iets voor 22:00 stap ik naar buiten, zo kan
ik nu het nog een beetje licht is wennen aan de omgeving. Ik vind Martijn met
een big-smile waar z’n oren bijna in verdwijnen aan in de kuip, zo aan het
genieten is hij. Martijn gaat naar beneden en gaat slapen.
Het word al snel donker, heel
donker. Gisteren was het nog volle maan maar vannacht hebben ze hem uitgezet.
Zo donker, je ziet niets. De boot begint al meer te schommelen, en zo in de
duisternis vind ik dat allemaal wat spannender, ik zie graag wat er gebeurd en
vooral wanneer. Pff nog maar 3 uur en 45 minuten en mijn dienst zit erop. De
wind trekt aan naar 17 knopen, en er komen bakken met water over de boot. Het
gangpad krijgt niet eens de kans om leeg te lopen of er komt weer een bak met
water overheen. Pff nog maar 3 uur en 30 minuten. De punt begint te verdwijnen
in de golven, de golven worden steeds hoger. Nog maar 3 uur en 15 minuten. We
gaan zo vreselijk schuin, dat ik me afvraag hoe dan met deze 30 tonner. Het
grootzeil en bezaan heb ik laten vieren alsof we voor de wind gaan, zo kan de
meeste wind eruit waaien, maar minder schuin gaan we niet. Inmiddels komen er
muren van water op me af, ze tornen hoog boven de boot uit. Dit ga ik nu wel
erg eng vinden, de boot rolt er wel goed overheen, maar als het gangboord
verdwijnt in de golven en blijft onderwater staan is mijn grens echt bereikt.
Ik gil naar Martijn als hij slaapt is hij ook echt weg, we moeten wat doen, en
dat kan ik niet alleen.
Martijn is snel aan dek, kijkt en
roept ik kleed me aan en ben er zo. Inmiddels heb ik alle zeilen los en nog
gaan we als een razende tekeer. Er moet zeil weg, maar de boot gaat zo tekeer.
Met zwemvest die we standaard om hebben komt ook de life-line en hoofd lampje
erbij. Dat lampje geeft niet alleen licht om te zien wat je doet, maar is voor
mij een aandachts punt dat ik weet waar Martijn is, en vooral dat hij nog aan
dek is. De grote Kluivert moet naar beneden, Martijn gaat het dek op gespt zich
vast, maar het zeil laat zich niet gemakkelijk strijken. De punt duikt nu zo
ver weg dat ik Martijn in de lucht ziet hangen boven de reling uit, en als de
boot weer boven is valt hij boven op het ankerlier. Dat word een heftige blauwe
plek. Het zeil schuift weer omhoog en de strijd moet opnieuw geleverd worden om
hem naar beneden te krijgen. Met meer grip op het dek zie ik nu Martijn
verdwijnen in het water, tot aan zijn middel, dit is echt geen windje 5 meer. Achter
de boot hangt de dinkey als een vlieger te fladderen, we beschouwen hem als
verloren. We hebben belangrijkere dingen om ons zorgen over te maken.
Het lijkt eeuwen te duren maar
eindelijk zit Martijn zeiknat weer in de kuip. De stuurautomaat heeft het
zwaar, op de teller komen nu windsnelheden van 30 knopen en meer. Het groot
zeil en bezaan moeten ook naar beneden. De golven zeker 6 meter komen op ons
af. Martijn is niet snel bang en deinst zelden ergens voor terug , maar nu is
hij ook niet happy meer. Het word op de
hand sturen, proberen tegen de golven in, maar het gaat lastig, heel lastig. Ik
trek de giek weer in het midden en wacht op tegen wind om de bezaan die vanuit
de kuip los te maken is los te gooien. Ja nu, gelukkig rolt hij in een keer
naar beneden, dan zie ik in mijn oog hoek iets mijn kant op komen. Voordat ik
het besef heb ik het blok van de grootschoot tegen mijn hoofd.
In mijn hoofd maak ik een snelle
rekensom. Het sturen is nauwelijks te doen, dus weet ik dat ik dat niet kan
gaan doen, met 1 oog, en recht in de snijdende wind. Ik moet naar voren en het
zeil laten zakken. Ik doe een life line om, en ook al is Martijn het er sterk
niet mee eens…het moet. Ik besluit kruipend te gaan, en bind me vast aan de
mast reling gooi mijn benen om de mast en incasseer de golven. Op de tast vind
ik de val en maak hem los. Helaas heeft het zeil geen zin om te zakken, en
hangend in de reef lijn trek ik aan het zeil. Na wat worstelen is hij beneden
en krabbel ik terug in de kuip. Terug is het sturen iets makkelijker dus neem
ik het over en Martijn gaat het zeil opbinden. De giek is zo hoog bij ons dat
ik er niet bij kan, mits ik op de gas bun gaat staan en dat is nu op dit moment
een verboden plek. We wisselen de life lijn en Martijn doet z´n lampje aan,
kijkt naar mij en zijn woorden zeggen genoeg, ik zie er niet uit. Verzorgen
moet wachten we moeten uit deze benarde situatie. Terwijl ik achter het roer
gaat word er een tweede aanslag op mij gepleegd de bakstag is los geschoten en
komt recht op mij af, snel grijp ik hem vast voor hij op mij inslaat en sta,
met lijn in 1 hand en roer in andere hand te sturen. Martijn bind de zeilen op,
en met alleen de kleine rol kluiver gaan we nog steeds als een malle tekeer. We lijken we een tennisbal die fanatiek door
twee squashers heen en weer word geslagen. Dan zie ik watervallen van 5 cm
breed zo het luik instromen de boot in. We kijken elkaar verbaasd aan. Waar
komt dat vandaan? Hebben we een gat in het dek? Martijn gaat weer naar voren
inmiddels is het al een aardige water pool in de boot. Het luik van de bak kist
is los gewaaid en de golven laten zich zo de bak kist in gieten, om door gaten
de boot in te lopen. Gelukkig zit de bilge daar ook en het alarm gaat gelijk
af. Zo is het wel genoeg.
Het laatste zeil moet ook weg, gelukkig
kunnen we die inrollen vanuit de kuip. Tijdens het indraaien breken de schoten,
natuurlijk want die waren nog niet kapot. Het zeil rolt zichzelf weer uit en
klappert als een malle, en maakt scheuren in echt zeil. Dit was ons
allernieuwste zeil, de oudjes zijn nog heel. Martijn moet weer naar voren nu om
de rol kluiver van de rolfok te trekken. Eindelijk zijn we zeil loos en als we
een veilige baai vinden op open cpn die we met golven mee kunnen bereiken is
het nog 3 uur varen. Als we de koers volgen ga ik naar beneden om mijn wond te
verzorgen. Ik schik me te pletter als ik in de spiegel kijk. Mijn halve gezicht
is bloed, dikke al redelijk opgedroogde drab op mijn oog, en loop zo naar mijn
nek waar het is geabsorbeerd door mijn zeil jack en fleece trui. Deppend maak
ik het schoon en langzaam word de schade zichtbaar, een snee in mijn neus,
dikke bult met een gaatje op de haar grens en een diepe brede 5mm snee boven
mijn wenkbrauw. Dat worden mooie littekens.
Buiten staat de stuur automaat
weer zijn werk te doen en kan Martijn een gaas over mijn wond doen. Comfortabel
word de reis niet en we worden regelmatig van de banken geworpen. Alle spieren
zijn gespannen, en we zijn bekaf. Nog 2,5 uur volhouden. Dat doen we, en in een
rustige baai gooien we het anker uit. Het enige wat ik wil is een douche, het
bloed uit mijn haren, en de natte kleren uit.
Na een warme douche is mijn wond
weer open gegaan, dat komt mooi uit nu kunnen er hechtpleisters op en misschien
ziet het er na genezing beter uit. We ploffen op de bank neer en nemen de nacht
door met een wijntje. We hebben ons geen moment onveilig gevoeld op de boot, ze
is werkelijk gemaakt voor de zee, maar deze 30 ton dame weet de golven te
trotseren, en wij zijn de trotse bemanning. Een helse nacht was het zeker, die
heel wat van ons gevergd heeft. Morgen zullen we de schade opnemen en onze
wonden likken. Maar dat we hier SAMEN zitten is het mooiste wat er is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten