maandag 14 september 2015

Hoe dit blog tot stand kwam



12 Juni 2013 komt Martijn na een maand Frans Gyahna weer een maand thuis, als ik hem van Schiphol heb gehaald, altijd weer een popel moment. Na een maand ben ik het zat om Martijn op skype te zien, dan  kijk ik ernaar uit om hem in het echt te voelen en te horen. Na een uur rijden en echt bijpraten gaan we genieten van onze enige echte avond voor ons alleen. Geloof me; die ene avond pak ik uit, telefoons gaan op stil, de bel word ontdaan van batterijen zodat het geen geluid maakt, deuren gaan hermetisch op slot! De dag ervoor maak ik onze inmiddels befaamde lekkere bad hapjes. (hapjes zo uit het vuistje van uit bad op te eten). Galia meloen omwikkeld in gedroogde ham, mini tomaatjes gevuld met garnaaltjes en stukjes appel, kippenkluifjes, kleine sateetjes op een tandenstoker, tomaatje met basilicum en mozzarella, stukjes biefstuk met in de sweetchilli saus gebakken garnaal, carpaccio met beetje sla en Parmezaanse kaas op een amuse lepel elke maand weer iets anders. Flessen prosecco in de koeler, en de kaarsjes aan.
Nu ligt er deze maand daar het boek 400 maandagen mooi ingepakt bij, ik kan haast niet wachten om het het hem te geven.
Ik hoopte al dat hij het leuk zou vinden om het boek te krijgen, maar m’n hoop werd nog meer beloont. Een nieuwe traditie word geboren. Martijn gaat voorlezen. Overal waar we de tijd vinden. In bad s Ć”vonds als we alleen zijn, aan de bar van onze keuken als de kinderen op bed liggen, op de boot als we dagjes weg zijn en even voor anker liggen, of in bed net voor we gaan slapen. Heerlijk zijn deze momenten, het doet me terug denken aan vroeger toen m’n vader op het randje van m’n bed nog een verhaaltje voorlas voor ik ging slapen toen ik klein was.
400 maandagen begint veel eerder dan de daadwerkelijke reis, 5 jaar van voorbereiding, vertimmeren van de boot, en leren zeilen. Zo kom ik op het idee om nu al vast data ’s en gebeurtenissen vast te leggen, want zo’n reis heeft voorbereidingen nodig. Nu hoeven wij niet te leren zeilen, maar ook een nieuwe boot zal je opnieuw moeten leren gebruiken. Die moet je opnieuw verkennen, vertrouwd mee raken, uitproberen,  en niet te vergeten, haar ( ja een boot is vrouwelijk) naar onze zin te maken. We moeten er tenslotte toch op gaan wonen.
Zo staan er in boeken vaak spannende stoere verhalen, tegenvallers die natuurlijk glansrijk opgelost gaan worden, ontberingen meestal in de overtreffende trap, mooie jaloers makende verhalen, maar ook, wat er tegen kan zitten, plekken om te vermijden uiteraard allemaal zo geschreven omdat het lekker weg leest. Maar geen enkele bruikbare praktische tips. Ik blijf toch een vrouw en denk aan andere praktischere dingen dan een man. Hij denkt aan motor onderdelen, ik denk aan proviand en wc papier. Hij denkt aan gereedschap, ik aan kruiden (het liefst verse) om mee te nemen. Hij denk aan apparatuur. Ik ook wel, maar dan keuken apparatuur, hij denk aan poets doeken, ik aan: hoe kan ik de was  gaan doen. Hij denkt aan navigeren en ik aan waar kunnen we lekker ankeren, Zo zijn we, lijkt wel een goede aanvulling op elkaar om het plaatje compleet te krijgen. Ook zijn er nog 1000 vragen waar we nog geen antwoord op hebben. Mag je overal ankeren, moet je visums hebben en hoe regel je die onderweg, zijn er andere regels die er gelden in andere landen en welke dan, hoe zit het met ziekenfonds en andere verzekeringen, vergunningen, papieren en vooral waarom kan ik al die informatie niet vinden?

1 opmerking: